Oké, we weten dat het fenomeen etiquette niet altijd met open armen ontvangen wordt en misschien is dat wel terecht. Doe je dat wel, dan laat je jezelf echter van een zeer georganiseerde kant zien!
Dat zal sommige mensen die jij over de vloer krijgt wellicht worst wezen. Maar stel nou dat het gaat om je (aanstaande) schoonouders of je baas? We nemen zomaar aan dat je de gouden kans om een overweldigende indruk – en wellicht zelfs promotie! – te maken niet laat schieten. In dat geval wil je natuurlijk veel tijd, liefde en aandacht steken in een perfecte presentatie van jouw interieur én je kookkunsten. Daarmee bewijs je immers dat het je aan alles gelegen is om je bezoekers te behagen. En blije gasten zijn nou eenmaal de beste gasten! Toch?
Om er zeker van te zijn dat ze nog een keertje bij je terugkomen, hebben we een aantal etiquetteregels opgesteld waarvan het kennen en toepassen je zeker in aanzien zal doen stijgen. Alvast veel plezier en een zowel smakelijke als gezellige maaltijd toegewenst!
Aantal gangen
Het aantal serviesonderdelen en stukken bestek per persoon hangt af van de hoeveelheid gangen die je op gaat dienen. Dat is best wel vanzelfsprekend, dachten we zo. We raden je aan om de opstelling van minstens één gast eerst uit te proberen op je tafel om te zien hoeveel ruimte dat in beslag neemt. Dan kun je daar alvast rekening mee houden en zo nodig een extra tafel aanschuiven. Je bezoekers willen er immers wel wat bewegingsvrijheid op nahouden en zich niet voelen als ingeblikte sardientjes.
Van buiten naar binnen
Hiermee geven we aan dat het bovenste en buitenste van de opstelling als eerste gebruikt wordt. Het bovenste bord dan wel een kom, bijvoorbeeld. Versier die bovendien met een prachtig gevouwen of opgerold servet, het liefste door een metalen of houten ring!
Verder ligt het eerst te gebruiken bestek aan de buitenkant en werk je naar binnen toe. Leg je twee of meerdere vorken naast elkaar? Laat ze dan in verhouding tot elkaar verschillen van positie. Zo hoort het ene stuk bestek boven het volgende te gebruiken mes dan wel de vork of lepel uit te komen. Zo breng je een duidelijk verschil aan. Verder ligt het dessertbestek horizontaal boven de borden. Het lepeltje ligt bovenaan en wijst naar rechts, terwijl het vorkje daaronder de andere kant op gericht is.
Rechtsboven iedere opstelling staan de wijnglazen. Heb je er meerdere voor diverse soorten wijn? Dan plaats je die diagonaal tegenover elkaar.
Eenheid
De sfeer aan tafel is afhankelijk van de samenhang tussen de diverse elementen. Niet alles hoeft van dezelfde kleur te zijn, maar een logisch verloop tussen bijvoorbeeld je schalen, tafelkleden, glazen, placemats bestek en borden is wel zo fijn. Denk aan de overeenkomsten en verschillen tussen zomer- en herfst tinten, om maar iets te noemen. Zo maak je van iedere setting iets bijzonders!